De zeven wetten van de onder- en bovenstroom

Belangrijke begrippen in management en organisatiekunde zijn onderstroom en bovenstroom.

Hierbij is de bovenstroom alles wat zichtbaar is in organisaties, zoals een geformuleerde missie en visie, veranderplannen en een organogram. De onderstroom omvat alles wat niet zichtbaar is. Denk aan de organisatiecultuur, vertrouwen of angst, en groepsdynamiek.

Gedurende onze opleidingen voeren studenten een verbeterproject uit in hun eigen organisatie. Hierbij is het verstandig dat zij rekening houden met zowel de onderstroom als de bovenstroom. Om dit te ondersteunen heeft onze leerteam coach Marcel Schürmann zeven wetten geformuleerd.

Wet 1 en 2: De bovenstroom beïnvloedt de onderstroom en de onderstroom beïnvloedt de bovenstroom.

Beide stromen beïnvloeden elkaar enorm. Formele zichtbare aspecten zoals functiebeschrijvingen en de indeling in de teams beïnvloeden de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Omgekeerd zijn mensen niet geneigd hun mening te geven wanneer zij zich onveilig voelen en zal hun stem dus niet gehoord worden. Hierdoor zullen besluiten in de bovenstroom zonder hen genomen worden zodat weeffouten in bijvoorbeeld de organisatiestructuur niet hersteld worden.

Wet 3: De onderstroom draagt de bovenstroom

Er wordt wel gezegd dat 70% van alle organisatieveranderingen mislukt en dat dat vaak ligt aan de onderstroom. Soms ligt er een goed veranderplan, met een heldere urgentie en noodzaak voor de organisatieverandering, waarbij iedere betrokkene op een passende wijze geïnformeerd wordt en mag mee praten, maar dan lukt de verandering toch niet. Vaak is er dan geen aandacht voor belangrijke elementen uit de onderstroom. Denk aan een niet dienende organisatiecultuur of aan de emoties van verlies en rouw die mensen ervaren als er veel verandering is op het werk. Kortom: een ‘goede’ onderstroom is een voorwaarde voor een bij de organisatie passende bovenstroom.

Wet 4: De bovenstroom moet op orde zijn anders komt er gedoe in de onderstroom.

Deze wet spreekt voor zich… iedereen kent het effect dat onzekerheid, bijvoorbeeld bij een fusie, op de medewerkers en het team gevoel heeft. Alles wat geregeld kan worden geeft zekerheid en dus veiligheid. Denk bijvoorbeeld aan de rust die goede functiebeschrijvingen brengen waardoor iedereen weet wat er van elkaar verwacht kan worden.

Wet 5: Als je er in slaagt de onderstroom in te klikken in de bovenstroom komt veel energie vrij. Die kun je richten op het doel van het team.

De beste voorbeelden van succesvolle organisaties of organisatieonderdelen vind je bij organisaties waar de cultuur en de wijze van omgaan passen bij de visie en missie van die organisatie. Iedereen voelt zich thuis, weet waar hij aan toe is en zet zich in voor het organisatiedoel. Wanneer er problemen zijn, is het dus nuttig om te kijken op welke manier het mogelijk is de onder- en bovenstroom (beter) op elkaar aan te laten sluiten.

Wet 6 en 7: Bovenstroomse problemen moet je bovenstrooms aanpakken en onderstroomse problemen moet je onderstrooms aanpakken

Het is belangrijk om goed uit te zoeken welk kenmerk een probleem heeft alvorens je het probeert op te lossen. Stel dat het moeilijk is om vrijwilligers of medewerkers te behouden, maakt het uit of het probleem veroorzaakt wordt doordat deze medewerkers zich niet thuis voelen bij de bestaande organisatiecultuur of dat het probleem veroorzaakt wordt doordat er geen heldere functiebeschrijvingen zijn.

7-wetten-van-onder-en-bovenstroom

Ontvang de nieuwsbrief

Please enter your name.
Please enter a valid email address.
Something went wrong. Please check your entries and try again.

Zoek binnen de website

7-wetten-van-onder-en-bovenstroom

Ontvang de nieuwsbrief

Please enter your name.
Please enter a valid email address.
Something went wrong. Please check your entries and try again.

Zoeken binnen de website